Door Jan van Groesen

In het Internationaal Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag staat een bronzen kunstwerk van de bekende beeldhouwer Kees Verkade. Het verbeeldt de mens wiens gebochelde onwetendheid evolueert naar een rijzige fierheid naarmate hij meer informatie tot zich neemt. Deze metaforische expressie, beroerd door het verlichtingsideaal, wil dat de mens door het verkrijgen van kennis met meer zelfbewustzijn in het leven staat.

Je vraagt je af of veel bezoekers van Nieuwspoort dit beeldwerk herkennen. Journalisten die gedurende vele jaren regelmatig in het perscentrum verkeren, gaven desgevraagd toe dat ze nooit bij de betekenis van het beeld hadden stilgestaan. Een enigszins verwarrende maar misschien ook veelzeggende reactie want het is immers de taak van de journalistiek om de burger te informeren zodat deze zich kan thuisvoelen in een democratische omgeving.

Begin jaren negentig van de vorige eeuw, bij de opening van het nieuwe Nieuwspoort, is daarom aan Kees Verkade gevraagd dit sprekende beeld te maken. Omdat een democratie zonder geïnformeerde burgers geen democratie kan zijn. Het woord democratie stamt van het Griekse δῆμος / démos, ‘volk’ en κρατειν / kratein, ‘heersen’, dus letterlijk ‘volksheerschappij’ en is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. Er zijn verschillende vormen van democratie. In Nederland kennen we de vertegenwoordigende democratie, waarbij de wetgevende macht door burgers wordt overgedragen aan een volksvertegenwoordiging (parlement),.

Dreiging voor democratie

Voor de ontwikkeling van deze kwestie aandacht vragen, kent een grote urgentie omdat de democratie momenteel op een breed vlak wordt bedreigd. Een van de belangrijke oorzaken daarvan is dat de journalisten de laatste decennia hun maatschappelijke rol hebben verwaarloosd. Een democratie bestaat immers bij de gratie van professionele en (vooral) onafhankelijke journalistiek. Die onafhankelijkheid kan op vele uiteenlopende wijzen gestalte krijgen. Met name door een kritisch vermogen, gestoeld op onpartijdigheid, onbaatzuchtigheid en een evenwichtige benadering. De journalistiek moet zich daarvan bij voortduring bewust zijn en daarvan getuigen tegenover alle sectoren van de samenleving, het rechtssysteem, het bedrijfsleven en de hogere en lagere overheden. De uitstraling van journalistieke onafhankelijkheid komt uiteraard vooral tot uiting in de opstelling ten aanzien van de politiek.

De vraag wordt tegenwoordig vaak gesteld of de moderne journalistiek zich nog voldoende bewust is van haar verantwoordelijke rol in het informeren van de samenleving. Mede door de komst van snelle en digitale media heeft de journalistiek een volledig ander aanzien gekregen. We leven in een tijd van flitsende mediacultuur en de drift tot scoren, waarbij de notie van wat maatschappelijk relevant is op de achtergrond is geraakt.

Desinformatie

Deze degeneratie van de informatievoorziening heeft een extra impuls gekregen met de introductie van het internet, begin jaren negentig. Uit vrees om niet meer aantrekkelijk te zijn voor een jong publiek en als uiting van de wens om jongere generaties lezers, kijkers en luisteraars aan zich te binden, waren de journalistieke managers van de mainstream media in die tijd krampachtig in de weer om vooral ophef en amusement te bieden, waardoor het serieuze nieuws en de nieuwsduiding op de achtergrond raakten.

Deze ommezwaai, waarbij de sociale media ten onrechte tot betrouwbare nieuwsbronnen werden getransformeerd, heeft de weg geopend naar een forse intensivering van desinformatie en fake news waardoor maatschappelijk noodzakelijke informatie steeds minder in de samenleving rondgaat. De lage normen van het spreken van de waarheid in de politiek, zoals deze met name in trumpistische kringen in de VS gemeengoed zijn geworden, bepalen vaak de orde van de dag en vormen een directe bedreiging van de Amerikaanse democratie. Ze worden echter slechts mondjesmaat door de journalistiek ter discussie gesteld.

Van de kaalslag in de kwaliteitsjournalistiek, die van deze mondiale ontwikkeling het gevolg is, plukken we in het huidige tijdsbestek de wrange vruchten. Want hoe kan een burger die niet langer met maatschappelijke info wordt gevoed, nog op passende en belezen wijze aan democratische verkiezingen deelnemen. Zou de snelle opkomst van het populisme in de laatste dertig jaar en de grillige ontwikkeling van dit politieke fenomeen, niet een direct gevolg kunnen zijn van dit journalistieke deficit, zo kun je je afvragen. En zou de huidige onrust en onveiligheid in de wereld, die op veler lippen bestorven liggen omdat men deze zo voelt, niet een afgeleide kunnen zijn van een burger die niet voldoende is geïnformeerd over maatschappelijke vraagstukken en daardoor zijn houvast is kwijtgeraakt?

Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau SCP van eind dec. 2022 blijkt dat ook in Nederland het vertrouwen in de democratie daalt. Al geven de Nederlanders individueel toe dat verharding van de samenleving, onzekerheid en polarisatie niet in hun dagelijkse leven speelt. Volgens SCP-onderzoeker Emily Miltenburg is deze aanname slechts een bééld. Voor die beeldvorming zijn vooral politici en de media verantwoordelijk. Over dit laatste maak ik mij dus grote zorgen.

Verschraling van het vrije woord

De conclusie dringt zich helaas op dat de journalistiek nationaal en internationaal vaak niet meer aan de kwaliteitsstandaard voldoet. Noem het de verschraling van het vrije woord, waarbij oppervlakkigheid de plaats heeft ingenomen van diepgang en zorgvuldigheid is ingewisseld voor scoringsdrift en fakenews. Een Britse mediaspecialist poneerde pas geleden nog de stelling: “de mondialisering van de informatie heeft de balans doen omslaan ten gunste van diegenen die leugens zien als een instrument om mensen te beïnvloeden”.

Daarbij dient men in het oog te houden dat de negatieve tendens in de journalistiek niet pas met de introductie van het internet begonnen is. Het is de dance macabre die al sinds de jaren tachtig, negentig en nadien ook gedurende 2.0 in de dagbladsector is gevoerd met de eigendom van de kranten en die de aanzet tot de teruggang heeft gegeven. Het waren de jaren waarin de uitgevers werden geraakt door het virus van de megalomanie en koersten op het vormen van grote concerns door overnames, fusies en ventures die hun financiële armslag ver te boven gingen. Nieuwe acquisities was kennelijk het dwingende parool, aandeelhouderswaarde het doel. Deze commercialisering van het nieuws heeft er uiteindelijk toe geleid dat bijvoorbeeld in de Verenigde Staten veel one-paper-cities en zero-paper-cities zijn ontstaan en dat in Nederland een aantal financieel renderende regionale kranten uit steden en regio’s zijn verdwenen, waardoor er veel geografische hiaten ontstonden die sindsdien buiten de journalistieke aandacht zijn gevallen. Dit gesol met de eigendom van de dagbladen heeft zelfs de bizarre situatie opgeleverd dat alle grote Nederlandse kranten nu in Belgische handen zijn.

Deskundigheid uitgehold

De vraag hoe kranten en andere nieuwsmedia financieel-economisch worden beheerd, komt in discussies over de journalistiek maar zelden aan bod. Een opmerkelijke omissie, want ondanks beloften aan redacties dat concernvorming ook voor hen voordelen zou bevatten, is de golf van overnames steevast vergezeld gegaan van saneringen waarbij vooral de functies van de ervaren journalisten, van de specialisten en van de vaste correspondenten werden weggestreept. De brede deskundigheid van de krantenredacties is daarmee in grote mate uitgehold, waardoor de dagbladen niet meer in staat zijn alle relevante maatschappelijke kwesties aan de orde te stellen. Dit wegsnijden van de know-how heeft direct geleid tot het uitbundige kopieergedrag van de huidige nieuwsmedia, hetgeen op zijn beurt weer oorzaak is van de hypevorming waarmee zoveel onrust en instabiliteit in de samenleving wordt geschapen.

Wat de democratie nodig heeft is een heropleving van de serieuze, onafhankelijke journalistiek die de samenleving niet met meningen overvoedt maar de feiten aandraagt en de noodzakelijke duiding daarvan geeft. Onontbeerlijk daarbij is de gewenste redactionele versterking van bestaande kranten en het uitgeven van nieuwe, onafhankelijke dagbladen. Veel journalistieke collega’s trokken dertig jaar geleden, na de komst van het internet, gemakshalve de conclusie dat we binnen tien jaar het einde van de gedrukte krant zouden meemaken. Hun ongelijk is uitbundig aangetoond nu de dagbladen, weliswaar met forse vertraging, de aansluiting hebben gevonden bij de digitale actualiteit. In Nederland worden thans dagelijks nog meer dan 6,5 miljoen kranten gedrukt en bezorgd. Daarnaast zijn inmiddels volwassen digitale edities van de krant ontwikkeld en lopen de uitgevers zelfs voorop met de publicaties van podcasts. De schatting is dat op wereldschaal de mainstream media (dagbladen, radio, tv) nog steeds verantwoordelijk zijn voor 65 á 70 procent van het nieuws dat wordt verspreid.

Juist deze week slaakte een verslaggever van de Washington Post de trieste verzuchting “dat kranten verdwijnen nu de democratie deze het meest nodig heeft”.

Verantwoording afleggen

Wil de journalistiek haar geloofwaardigheid bij het publiek willen herwinnen of vergroten, dan zal zij in dit tijdsbestek, waarin veel zaken worden gejuridiseerd, verantwoording aan de burger moeten afleggen. Verantwoording over de selectie van de nieuwsonderwerpen, verantwoording voor de vorm waarin deze worden opgedist. En dat op regelmatige basis. Veel mensen in het journalistieke bedrijf lijken zich nauwelijks bewust te zijn van de grote impact die hun product heeft op de mening van de burger. Het zijn juist de kranten, de radio en vooral het machtige instrument van de tv, die in grote mate de beeldvorming in de samenleving bepalen.

Veel van wat dagelijks door de journalistiek wordt verspreid, veroorzaakt, mede met het kopieergedrag als extra aanjager, regelmatig ophef in de samenleving, zelfs al betreft het onderwerpen die op onjuiste wijze worden uitvergroot en/of die nauwelijks nog enig maatschappelijk nut hebben. De onrust die daardoor ontstaat, leidt vaak tot discussies waarin de emoties hoog oplopen en waarbij gevoelens worden aangesproken die in verbale zin soms verder willen reiken dan de vergrotende of overtreffende trap.

In gevallen waarin deze aanpak tot eruptie van nationale gevoelens aanleiding geeft, zwijgen de nieuwsmedia die een en ander hebben veroorzaakt meestal stil of dragen er zelfs toe bij deze verder aan te wakkeren. Van verantwoording afleggen aan de samenleving voor dat wat men heeft aangericht komt het zelden of nooit.

Excuses maken, wat in medialand overigens zelden voorkomt, is niet toereikend. En het instrument van de nieuwsombudsman, dat bij sommige nieuwsorganisaties fungeert om klachten van de burger te behandelen, heeft in de afgelopen decennia om uiteenlopende redenen bewezen, weinig aan de betrouwbaarheid van het nieuws toe te voegen.

Krachtige boodschap

Het beeld van Verkade is een symbool met een krachtige boodschap die men, binnen maar ook buiten de journalistiek, moet willen verstaan. Het verheffen van de burger tot een mondige deelnemer aan het publieke debat, is een uitdaging waarvan elke journalist zich bewust zou moeten zijn en gaat ver uit boven het opdienen van het nieuws als entertainment. Uiteraard mag men niet voorbijgaan aan de rol die opvoeding en onderwijs moeten spelen bij het scheppen van de mens als zelfstandig wezen. Maar om die mens enige greep te doen krijgen op wat hem dagdagelijks aan positieve, maar vooral negatieve informatie wordt bezorgd, is het nieuws van de journalistiek zoals dat wordt geconcipieerd en verspreid, niet van belang ontbloot.

Het is nog maar een klein deel van de nieuwsmedia die met enige consistentie de uitdagingen van deze tijd aan de orde stellen om de burger op adequate wijze te informeren : oorlog, energieschaarste, klimaatverandering, natuurrampen, biodiversiteit voor het voortbestaan van de planeet, bevolkingsgroei, migratie, pandemieën, de kloof tussen arm en rijk, oprukkende autocratie, de verbreiding van het rechts-extremisme wereldwijd. De vraag is of de westerse democratieën deze uitdagingen kunnen doorstaan. Het gevoel van onzekerheid en onveiligheid dat momenteel door de wereld waart, is er een direct gevolg van. Als de burger geholpen wordt de strekking van al deze potentiële zorgverwekkers te begrijpen, de impact ervan te zien en de relatieve verhouding ervan tot zich te laten doordringen, is de mensheid er in aanzienlijke mate bij gebaat.

 

Jan van Groesen

(2-1-2023)

 

 

 

1 reactie

  1. JP van Iersel

    Dit is een alarmerend verhaal, niet alleen omdat het een voortgaande trend beschrijft, maar vooral ook omdat er op het oog weinig/geen sprake is van tegenactie. Het ziet er naar uit dat de sector zelf en deskundigen zich bij de ontwikkeling neerleggen. Dat leidt tot een ‘ongeremd’ proces. Het

    Beantwoorden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.