door Jan van Groesen
De hoofdredactie van The Kansas City Star, een van de meest prestigieuze regionale kranten in het middenwesten van de Verenigde Staten (Missouri), heeft erkend dat ze een verleden van racisme heeft en dat ze daarover verantwoording wil afleggen aan het publiek. “De krant voelt zich beschaamd over wat ze in het verleden heeft gemist: de prestaties en de aspiraties van een gehele bevolking werden routinematig genegeerd, alsof zwarte mensen onzichtbaar zijn”, zo schrijft de hoofdredactie in een editie van 22 december 2020, waarin ze haar aandeel in het bedrijven van racisme opbiecht. “Het is tijd dat we onze geschiedenis beheren. Met dit veel te late excuus erkennen we dat de zonden uit ons verleden vandaag de dag nog steeds weergalmen”.
In de Amerikaanse journalistiek heeft het afleggen van verantwoording aan het publiek de laatste jaren steeds meer ingang gevonden. Desondanks is deze openhartige bekentenis van een nieuwsorganisatie en de radicale koerswijziging op dit gevoelige onderwerp zeer opmerkelijk. Voor de geloofwaardigheid van de nieuwsmedia en het nieuws is het een belangwekkende ontwikkeling die breder dan Amerika navolging verdient.
Generaties burgers veracht
Ondanks de grote beroering in de Verenigde Staten rond de presidentsverkiezingen, de corona-pandemie en de slechte staat van de economie, blijven de protesten van de Black Lives Matter-beweging resoneren. Onder de kop “De waarheid in zwart en wit. Een excuus van de Kansas City Star”, vormden ze voor hoofdredacteur Mike Fannin aanleiding om een openlijke, uitgebreide en gedetailleerde bekentenis af te leggen. In een hoofdartikel schreef hij dat zijn krant “die gedurende 140 jaar een van de meest invloedrijke krachten was in de Kansas City-regio, aan generaties van zwarte Kansas-burgers rechten heeft ontnomen, en die burgers heeft genegeerd en veracht”. Het blad versterkte de Jim Crow-wetten (die de rassenscheiding oplegden) aldus Fannin. “ Decennium na decennium beroofde het een volledige samenleving van mogelijkheden, van waardigheid, van recht en van erkenning”.
Hoofdredacteur Fannin beschrijft hoe zijn krant op advies van de onderwijsverslaggever “een eerlijk onderzoek” was begonnen dat uitliep op een groot project “waarin duizenden pagina’s van gedigitaliseerde en op microfilm vastgelegde verhalen werden bekeken” teruggaand tot de oprichting van het blad in 1880. Tevens werden burgers van Missouri geïnterviewd die bij historische gebeurtenissen van Kansas City betrokken waren. “Verslaggevers werden vaak ongepast en doodziek over wat ze aantroffen – tientallen jaren van verslaglegging waarin de zwarte burgers van Kansas werden neergezet als misdadigers die in een misdadige wereld leefden. Hun kinderen groeiden op met weinig hoop om ooit in de krant genoemd te worden, behalve wanneer ze in moeilijkheden kwamen”.
Charlie Parker
In enkele doordringende details doet de hoofdredacteur verslag van de wijze waarop de krant berichtte over de legendarische jazz-saxofonist Charlie Parker, die uit Kansas City kwam. “Hij kreeg nooit een headline van betekenis in de Star tot aan zijn dood”, zo schrijft Fannin, “en zelfs toen werd zijn naam verkeerd gespeld en werd een onjuiste leeftijd weergegeven. Aan de blanke zakenman J.C. Nicols (onroerend goed magnaat) daarentegen werd heel veel inkt besteed. Zijn advertenties waarmee segregatie van gemeenschappen werd bevorderd, kregen in de Star een prominente plaats”, aldus de hoofdredacteur.
Mike Fannin maakt zijn excuses voor de geschiedenis van de krant en kondigt tevens aan dat de krant projecten is begonnen om een meer inclusieve benadering uit te stralen. De krant heeft een verslaggever aangenomen die zich met rassengelijkheid gaat bezighouden en is een project gestart over de wijze waarop het bestaande wantrouwen bij de politie in gekleurde mensen heeft bijgedragen aan geweld in een staat, Missouri, die in de VS de lijst aanvoert van zwarte burgers die door politiegeweld om het leven zijn gebracht.
De burgemeester van Kansas City, Quinton Lucas, noemt het hoofdartikel van de Star “een positieve stap” maar hij voegt eraan toe dat er meer benodigd is. “Nu hoop ik dat mijn vrienden van het lokale TV-News hetzelfde zullen doen”, zo liet hij in een tweet weten.
Los Angeles Times
The Kansas City Star is niet het enige Amerikaanse dagblad dat kritisch kijkt naar zijn verhouding met racisme in het verleden. Het schuiven in de benadering van dit vraagstuk is opgang gekomen nadat op 25 mei 2020 een witte politieman in Minneapolis een zwarte man, George Floyd, gedurende meer dan acht minuten met een knie op zijn hals in bedwang hield, waardoor deze overleed. De Los Angeles Times, een van de grootste Amerikaanse kranten die over het gehele westelijke deel van de VS wordt verspreid, erkende al eerder, in september, in een hoofdartikel zijn tekortkomingen. Onder de kop “Het optreden van de Times inzake ras en onze verplichting tot wezenlijke verandering”, schreef de eigenaar van de krant, Patrick Soon-Shiong, dat “The Times in zijn geschiedenis ook spiegel is geweest van partijdigheid en vooroordelen en deze soms heeft gepropageerd waarmee werd bijgedragen tot sociale en economische ongelijkheid. Vandaag beginnen we een proces van het erkennen van de bias uit het verleden en ondernemen we positieve actie om te bevestigen dat onze redactie niet langer vooroordelen zal dulden”.
Het is niet verrassend dat juist in de Verenigde Staten de nieuwsmedia nu zelfonderzoek gaan doen naar hun relatie met racisme. De Black Lives Matter-beweging heeft zich vorig jaar sterk geprofileerd met voortdurende demonstraties in vele Amerikaans steden en heeft het beeld zichtbaar gemaakt dat racisme nog steeds een integraal onderdeel van de Amerikaanse samenleving vormt. Bovendien is in de journalistiek in de VS de cultuur van verantwoording afleggen meer aanwezig dan in Nederland.
Journalistieke verantwoording
Desondanks zou het de Nederlandse journalistiek sieren als hier eveneens openlijk zelfonderzoek zou worden gedaan naar de vraag hoe redacties met vooroordelen inzake racisme zijn omgegaan. In de archieven van de nieuwsmedia valt ongetwijfeld heel veel materiaal te vinden. Het onderwerp is in de Nederlandse samenleving, hoezeer ook anders ingericht dan de Amerikaanse, even actueel en leidt geregeld tot heftige confrontaties. Onderzoek naar de mate waarin de nieuwsmedia aan deze sfeer van botsende emoties bijdragen, zou een heilzaam effect kunnen hebben op de voortdurend oprispende emoties.
Verantwoording afleggen aan de lezers, de kijkers en de luisteraars is in de Nederlandse journalistiek een schrijnend hiaat, terwijl het in de moderne journalistiek een onvoorwaardelijk instrument zou moeten zijn om de geloofwaardigheid van het nieuws in stand te houden. Zeker in een tijd waarin fakenews en desinformatie zoveel opgang maken.
Jan van Groesen
21-1-2021